Door Geert-Jan Bogaerts. Hoe vrij is het internet eigenlijk? Op dit moment genieten gebruikers van het internet nog in grote lijnen van dezelfde mogelijkheden als altijd. Tieners mogen gekraakte games downloaden of mp3’tjes van het net plukken. Volwassenen boeken er hun vakantie of bestellen het nieuwste boek van Dan Brown. Dankzij die vrijheid is het web een bron van creativiteit en economische groei geworden. Toch is het maar de vraag of deze speelruimte nog lang zo onbegrensd zal blijven. Overheden en grote bedrijven doen hun best om muren op te bouwen. Daarvoor voeren zij een hele reeks aan argumenten aan, die teruggebracht kunnen worden op twee fundamentele tegenstellingen. Overheden willen de ruimte verkleinen met het een beroep op de veiligheid. Het bedrijfsleven, vooral de creatieve industrie, wil de vrijheid inperken met een beroep op intellectueel eigendom en copyrights die geschonden worden. Onder dit debat ligt nog een andere vraag, die met name bij grote mediabedrijven en internetproviders een rol speelt: hoe kunnen we de consument meer laten betalen voor het gebruik van het internet? Deze week werd bekend dat
India, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië bepaalde diensten van de smartphones van Blackberry willen
verbieden. Deze diensten maken gebruik van een geavanceerd systeem om verkeer over internet te versleutelen. De geheime diensten van deze landen vrezen dat ze niet in staat zullen zijn de codes te kraken die criminelen en terroristen gebruiken. Een tweede voorbeeld komt uit eigen land, waar de stichting Brein, die opkomt voor de belangen van copyrighthouders (auteurs en componisten, ofwel de uitgevers en de muziekindustrie) heeft aangekondigd dat ze mogelijk aangifte gaat doen tegen mensen die software en muziek downloaden van het internet. Brein had geëist dat een aantal internetproviders de toegang zouden afsluiten tot populaire download-sites zoals Pirate Bay. Zij weigerden dat, deels omdat zij dit in strijd achtten met hun fundamentele taak: toegang verschaffen tot internet. Het behoort niet tot de taak van providers om controle uit te oefenen op de inhoud van de websites. De rechter gaf hun gelijk; waarop Brein aankondigde dat het mogelijk zijn pijlen zou gaan richten op individuele downloaders. En dan is er nog de lobby in Washington, waar telefoon- en kabelmaatschappijen een
lobby voeren om het internet opnieuw in te richten. Zij pleiten voor de bouw van een twee-sporensysteem: een boemellijntje waar het gebruik van internet relatief goedkoop zou blijven, en een hoge-snelheidslijn waar de gebruiker met enorme snelheden overheen zoeft. Voor dat privilege dient hij dan wel extra te betalen, natuurlijk. De beste manier, zeggen ondernemingen als Amazon en AT&T, om de belangen van de consument te beschermen. Het wezen van het internet is zijn neutraliteit. Het net is een informatiedrager, precies als papier. Zeer efficiënt en democratisch, dat wel, daarom is het juist zo populair geworden. Maar alleen in de meest ontaarde dictaturen wordt de informatieverspreiding op papier beknot. Zonder de fundamentele vrijheid die we op het web kennen zouden Youtube of Twitter niet zijn ontstaan, want al in de kiem gesmoord door een rechtszaak over patenten, copyrights, of gekeeld door een bemoeizuchtige overheid. Als ook maar een van de bedreigingen werkelijkheid wordt, zullen we geen nieuwe Googles, Facebooks of Amazons meer zien ontstaan.
www.raker.nl Lees van Geert-Jan ook: -
Beste Philippe, -
Gezocht: gezond alternatief voor Facebook en Google -
Seks, het koningshuis en ander vertier -
Publicatiemachine Demand Media breekt uitgeversmarkt open -
Nieuwe journalistiek bij wikileaks en paper.li -
Uitgevers, grijp je kans -
Wat als de journalistiek ten onder gaat
Je moet lid zijn van Nederlands MediaNetwerk om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlands MediaNetwerk