De formatie is als de wieg waarin het Kabinet tot wasdom wordt gebracht. Het Kabinet als schootkind voor de Tweede Kamer, of als etterbak om op te schieten. Veel meer is nog de vraag of de bakertijd tot een volwaardig Kabinet onderwerp kan zijn van het politiek debat. Mijns inziens niet: de formatie op zich staat in ‘de bakertijd’ buiten het politiek debat. Geen politieke partij die zich hiermee in alle openbaarheid nu al zou moeten bezighouden. Laat staan over een element van de inhoud van een komende verklaring. Want het is bijzonder dat soms een geluid naar buiten ‘lekt’ van de goed afgeschermde bakermat. Als een schot voor de boeg. Over ‘veiligheid’ bijvoorbeeld. Over een beoogd minister. Een soort van ‘speeltje voor de Tweede Kamer en de rest van de samenleving’? Voor een verzetje? Voor het doorbreken van de spanning? Voor de gemoederen? Of voor een signaaltje om terug te horen aan de formatietafel of het goed valt? De formatie zou mijns inziens het eigenstandige proces moeten zijn van het scheppen van voorwaarden die nodig zijn voor een maatschappelijk verantwoord politiek spel. Alleen zo is tot een Kabinet te komen dat boven de partijen staat.
Het Kabinet zal straks van een allooi moeten zijn waarover met recht en rede te zeggen is dat het boven de partijen staat. De formatie is het proces waarin Het Wezen uitgroeit dat indruk kan maken door voeding te geven aan het politiek debat in op zijn minst de Tweede Kamer. Het mag dus noch een schootkind worden, noch een etterbak. Het moet in zichzelf eigenstandig kunnen zijn. Een fiere blik vooruit kunnen werpen en zonder te wankelen op eigen benen kunnen staan zonder hulp van buiten af. Het moet in de ogen van de afzonderlijke leden van de Tweede Kamer en van hun voorzitter - als vertegenwoordiger van dat totale instituut - een zeker gezag kunnen uitstralen. Als de formateur klaar is met bijstellen, uitdeuken, oppoetsen en opvoeden moet ‘zijn kind’ meteen volwassen zijn, geen puberaal of typisch adolescentengedrag vertonen of anderszins getuigen van dwarse trekjes. Het Kabinet is het Kabinet, zoals de Tweede Kamer de Tweede Kamer is. Daar hoort één geboortebewijs bij en niet twee: het Regeerakkoord.
Uiteraard is de formateur politiek geworteld. Maar de formateur is niet politiek actief in de zin van hoe volksvertegenwoordigers, leden van de Tweede Kamer, politiek actief zijn. De formateur heeft de (politieke) wijsheid in pacht, alles al een keertje meegemaakt, en hij heeft een visie ontwikkeld op de samenleving in Nederland anno 2010. Dat zal straks (moeten) blijken wanneer die formateur met de fractievoorzitters tot een Regeerakkoord komt.
Lastig is bij deze bakermat voor een Kabinet in wording dat de leden van de Tweede Kamer veel maatschappelijke onrust hebben kunnen vernemen over de keuze van het DNA voor ‘het kind van de formatie’. De vraag is luid en duidelijk gesteld uit de samenleving: kan uit dit ‘kind met deze genen’ iets groeien dat volwassen is en samenbindend kan zijn? Of probeert hier een ‘peetvader’ Assepoester te inspireren, te pushen bijna, om de koningin te worden van het volk. Ik hoor die ‘koningin’ ondertussen in mijn voorstelling om de zoveel ronden aan de formatietafel roepen: ‘Maar je maakt van mij geen duivel hoor. Anders ga ik wel weer ‘linzen’ schoonmaken.’ De (in)formateur zal dan iets zeggen als ‘Houd jij je maar gedeisd, komt alles goed. Geloof op zijn minst in onze goede bedoelingen.’
Van belang is nu: zijn alle maatschappelijke geluiden uit de samenleving over dit wordingsproces goed blijven hangen bij de leden van de Tweede Kamer wanneer straks na vele maanden het Regeerakkoord zal worden gepresenteerd? Zijn de leden van de Tweede Kamer die ieder voor zich hun persoonlijke eed hebben gezworen, straks nog voldoende doordrongen van die geluiden, om tot een volwassen debat te komen over het Akkoord? Eigenstandigheid zou in het debat over het Akkoord in ieder geval centraal moeten staan. En dan óók de eigenstandigheid van iedere parlementariër. Ook wanneer Kamerleden opvattingen overnemen, zou dat niet geruisloos moeten gaan of achter gesloten deuren. Ook voor het overnemen van standpunten hebben Kamerleden hun persoonlijke recht en rede nodig en een open vizier naar de kiezer. Voor de Verantwoording naar de achterban.
In dat licht zijn getalsverhoudingen in de Tweede Kamer op de verschillende beleidsonderdelen, boeiend, en geven ze wellicht straks een ander beeld te zien dan louter de absolute getallen als uitkomst van verkiezingen.
Je moet lid zijn van Nederlands MediaNetwerk om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlands MediaNetwerk