Nederlands MediaNetwerk

Tijdens het acht uur journaal springen de beelden van het verwoeste Al Zeytoun - een wijk in Gazastad - er ineens met zo´n kracht uit, dat ik enkele seconden sprakeloos voor het scherm blijf zitten. Hier woont Achmed, mijn contactpersoon en gids, die ik daar verschillende keren bezocht. Ik probeer tussen het puin van Al Zeytoun zijn huis te ontdekken,maar de straten zijn onherkenbaar. Twee jaar lang reisde ik duizenden kilometers dwars door Israël, de Westbank en Gaza langs de afscheidingsmuur en een wirwar van hekken, hoge betonnen muren, greppels en verplaatsbare wegversperringen, op zoek naar de verborgen werkelijkheid achter het nieuws; het leven van gewone Israëliërs en Palestijnen onder het conflict . Ik sprak met Israëlische en Palestijnse vrienden, Palestijnse vluchtelingen en overlevenden van de Shoah, met nabestaanden van Palestijnse bomaanslagen en van Israëlisch represaillevuur, zakenlieden, boeren en beambten. Ik ontmoette de meest uiteenlopende mensen.Met Achmed en Majed – de kleine energieke chauffeur met het Palestijns cynisme- reisde Ik dwars door de Gazastrook en bezocht Gazastad, Jabalya, Khan Younis en via Rafah langs de beruchte philadelfi route– de kilometerbrede militaire bufferzone voor de Palestijns Egyptische grens en aan de andere kant van de muur in Israel ontmoette ik Joodse kolonisten die in Gaza hadden gewoond. Opvallend was dat veel Israëliers en Palestijnen vertelden over de onderlinge contacten van vroeger. Een paar jaar geleden gingen Israëliers bijvoorbeeld nog winkelen in Gazastad of Ramallah, iets dat nu volstekt onmogelijk is . Eén ding had ik uit alle gesprekken geleerd: angst was de algemene noemer die iedereen bindt. Angst om je land te verliezen en angst dat Auschwitz zich nog eens zal herhalen. Maar in de werkelijkheid van mijn boek wilden Israëliers en de Palestijnen hetzelfde: gewoon een rustig, alledaags leven zonder geweld.
De oorlogsbeelden uit Gaza en de zuidelijke steden van Israel zijn daarom voor mij niet zo maar nieuws. Ze zijn verbonden met mensen, gezichten, vrienden en gebeurtenissen. Ik werd gastvrij in de huizen uitgenodigd , die nu slechts puinhopen zijn. Ik heb hun eten gegeten en mocht soms hun leven en omgeving even binnen komen. Achmed en Majed dachten twee jaar geleden nog dat de eenzijdige ontkoppeling van de Gazastrook door Israel uiteindelijk vrijheid voor de 1.4 miljoen inwoners zou betekenen. Toch was de bezetting voelbaar aanwezig in het leven van de gewone mensen. Israel beheerste grotendeels de watertoevoer en de elektriciteit en sloot soms de nutsvoorzieningen af als strafmaatregel, vertelden de boeren uit Shoka. Import en Export van goederen en personen werden gereguleerd via de opening en afsluiting van de Erez en Karni checkposten.En de grote kruispunten werden beheerst door dreigend uitziende leden van Hamas en militante organisaties met machinegeweren . Ik schreef dat een hele cultuur leek te zijn ontploft en de flarden doelloos in het rond vlogen, niet wetend dat de echte ontploffing nog zou volgen.

Wat is er nu nog over van het leven dat ik had beschreven?
In een ogenblik van wanhoop bel ik Achmed op zijn mobieltje. Achmed’s stem aan de andere kant van de lijn en zijn bevestiging dat alle vrienden en bekenden in Gaza nog in leven zijn, heeft vreemd genoeg iets geruststellends,ook al zijn er 1300 onbekende Palestijnen gedood en duizenden anderen gewond. Hij is blij dat ik bel . “De media geeft de werkelijkheid niet weer.Ze brengen alleen wat ze interessant vinden.’
Zijn stem heeft een echo als hij uitlegt dat hij met zijn gezin in een kelder in Gazastad zit. Dagenlang was de telefoonlijn dood en had Achmed geen televisie . Hij wist niet waar het Israelische leger precies lag en of ook andere delen van de Gazastrook waren getroffen.
‘Al Zeitoun ligt plat,’concludeert hij nu eenvoudig. Het conflict is volgens Achmed niet meer tussen overheden - het gaat niet meer om Haneye tegen Olmert - maar tussen Israelische en Palestijnse burgers onderling.Even blijft het stil aan de andere kant dan hoor ik een zucht en: ‘Niets en niemand is veilig voor het Israelische leger.’
Als ik vraag of hij ook een verantwoordelijkheid voor Hamas ziet in dit conflict, wordt de lijn abrupt verbroken.

In Israel voelt de uitbarsting van het geweld, die met operatie gegoten lood op 27 december begon, als een catharsis; een soort verlossing van de angst, de pijn,de bedreiging en de haat die ‘Hamas’ voor veel Israëliërs symboliseert. Mijn Israelische buren in het dorp waar ik woon - tussen de badplaats Netanya en de Palestijnse stad Tul Karem - zeggen haast opgelucht. ‘Megia ha zman’ (het werd tijd). Eindelijk wordt er iets aan het probleem gedaan. Jarenlang waren ze door de Israelische pers op de hoogte gehouden van de Kassam raketaanvallen van Hamas op het zuiden van Israel,die het leven van de burgers daar tot een hel maakten. Weliswaar kende het land een half jaar betrekkelijke rust omdat een staakt het vuren met Hamas werd gesloten, maar toen dat op 19 December afliep en Hamas met hernieuwde Kassemraketaanvallen begon, was voor de Israeliers de maat vol. Het journaal meldt dat de zware militaire operatie met de naam Gegoten lood niet zo maar uit de lucht kwam gevallen. Minister Barak van defensie had dit oorlogsplan al een half jaar geleden – tijdens het staakt het vuren - met zijn staf zorgvuldig voorbereid. Militaire bases, trainingskampen en adressen van Hamasleiders waren in kaart gebracht met een doel: vernietiging.
Naarmate de oorlog vordert, verandert de toon en het woordgebruik in de Israelische media. Beschoten woonhuizen, ziekenhuizen, moskeeën en scholen worden ‘doelwitten’of ‘bouwwerken’genoemd en als een luchtaanval ‘alfa’ is, betekent het een voltreffer zonder bijkomstige schade. Met veel pathos worden de gevolgen van de raketaanvallen van Hamas urenlang beschreven, gedupeerde Israëliërs en ouders van soldaten geïnterviewd en beelden van door Grad raketten getroffen huizen, auto’s, getraumatiseerde kinderen getoond. Het Israelische journaal begint op de perskamer van de Israelische legernieuwsdienst te lijken. Als in een computerspel toont een legerfilmpje hoe een luchtaanval er vanuit de cockpit van een F16 uitziet. Op het scherm verschijnen als vuurvliegjes kleine lichtpuntjes. ‘Dit zijn terroristen’legt de nieuwslezer geheel overbodig uit. Een lichtflits wijst erop dat het een álfa’is; een voltreffer. De gevolgen van de lichtflitsen, de Palestijnse doden en gewonden uit Gaza, komen nauwelijks in beeld en blijven zonder uitgebreid commentaar.
Heel even komt daar verandering in. Tijdens een panneldiscussie van het nieuwsprogramma van kanaal 10 krijgt de journalist Shlomi Eldar life in de uitzending een telefoontje van zijn vriend de gynocoloog, dr Abu Al Aish uit het Jabalya vluchtelingenkamp in Gaza, die om hulp smeekt omdat het leger op dat moment zijn huis beschiet.Eldar probeert telefonisch te coördineren met de commandant in Gaza, maar het is al te laat. Drie dochters en een nichtje van Abu Al Aish worden doodgeschoten. De life uitzending van dit menselijke leed werd niet door iedereen op prijs gesteld, vertellen medewerkers van Kanaal 10 later. Ze werden overstroomd met woedende telefoontjes van kijkers die vonden dat de omroep Israël´s image naar de buitenwereld en het beeld van de oorlog in het bijzonder, had geschaad.
In de supermarkt in mijn dorp gaat de discussie verder en spitst zich toe op de kritiek van het buitenland op Israël´s massale campagne tegen de Palestijnen in Gaza. Een klant zegt dat ze niet begrijpt waarom de rest van de wereld zo negatief op Israel reageert.
‘Dit is een verkapt antisemitisme ‘,reageert de man achter de kassa. Als ik vraag of ze zich weleens hebben afgevraagd of er misschien een kern van waarheid in die kritiek zit, kijken ze me onthutst aan. Een vrouw achter een winkelwagentje legt uit waarom: ‘Jullie (Europeanen)begrijpen het echt niet. Ze ( De Palestijnen of Arabieren) zijn heel anders dan Europeanen of wij, de Israëliërs. Als je geen militaire dominantie laat zien, dan lopen ze over je heen. De Arabieren begrijpen alleen geweld. Wij moeten dus wel optreden want anders bezetten ze ons land.’
De Israelische minister van buitenlandse zaken Tzipi Livni meldt intussen dat de operatie een succes is.Het doel is om de’ realiteit op de grond’te veranderen. Dat zij daarin slaagt , blijkt uit de dodengetallen die in de doorlopende tv voorstelling ‘Esch ba darom”(vuur in het zuiden) als in een voetbalwedstrijd worden getoond: Israel tegen Gaza; 13 tegen 1300.
De Israelische burgers lijken te accelereren in een hogere, militaire versnelling. Geleidelijk sijpelt het militarisme het gewone leven binnen. Er worden brieven en pakjes verstuurd naar de jongens aan het front , de ‘jobniks’(soldaten die aan het thuisfront meer administratieve werkzaamheden vervullen ) worden minzaam behandeld. Groepen Israëliërs klimmen op een uitkijkpunt aan de grens met Gaza, om met verrekijkers de oorlog te volgen en de burgers in het zuiden oefenen de militaire dril van het alarmsein ‘kleur rood’en schuilen in de schuilkelders. Opvallend is de afwezigheid van kritische stemmen. Het lijkt of Israel de gelederen heeft gesloten en iedereen zich solidair achter de oorlog en het leger schaart en ik vraag me af wat schokkender is: de escalatie van het militaire geweld of het gejuich van de massa die roept om meer en nog meer. Geen onderzoek naar fosforbommen, die volgens Palestijnen tegen burgers worden gebruikt.Geen massale demonstraties voor de vrede, waarbij honderdduizenden Israëliërs het Rabin plein in Tel Aviv opstromen, zoals enkele jaren geleden.
Er is stilte.Doodse stilte . Links Israel lijkt niet meer te bestaan. En juist die stilte is verontrustend. In een democratisch land – en Israel staat zich erop voor dat zij de enige democratie in het midden oosten is – worden beslissingen na afweging van de verschillende standpunten genomen; pro en contra, hoor en wederhoor. Wie niet voor ons is, is tegen ons ,lijkt men te denken, want iedereen die een andere mening verkondigt, wordt de mond gesnoerd.Gideon Levi – een zeer kritische Israelische journalist – werd tijdens een discussieprogramma uitgejouwd; anderen komen zelfs niet in beeld. 600 Israelische Palestijnen zijn opgepakt en in voorarrest geplaatst omdat zij een ( vreedzame) demonstratie in Israel tegen de oorlog in Gaza hielden. De rechter-commissaris oordeelde dat hun acties ondermijnend zijn voor het moreel van het volk. Heel voorzichtig wordt door links-Israel gesuggereerd dat de Israelische acties niet proportioneel zouden zijn.Een volgens mij absurde opmerking die impliceert dat de mate van militaire acties gelegitimeerd wordt door het aantal doden dat aan jouw kant van de lijn valt. Dus als er honderd Israelische doden door de kassamraket aanvallen waren gedood, was de oorlog dan wel toegestaan?

Wij , de buitenlandse journalisten, worden door Israel in de ban gedaan en mogen de Gazastrook niet in.Het probleem om achter de feiten te komen, om dingen te vinden ,wordt nog groter dan het al was. De Palestijnen worden voorzichtiger. Als ik in de Westbank Palestijnse jongeren vraag wat ze van de oorlog in Gaza vinden, voel ik een muur van terughoudendheid en argwaan.De gesprekken verlopen moeizaam en verder dan de gebruikelijke kritiek op het Israelische leger kom ik niet. Niemand wil zijn naam of foto publiceren. Mogelijk is men bang is voor represailles van het leger of de Shin Bet ( de Israëlische veiligheidsdienst) of van de eigen mensen. Men moet op zijn tellen passen want 'Der Feind hoert mit".
In Israel word ik overvoerd met e-mails, persberichten , perscommunicees van het leger en de overheid, maar die geven een eenzijdig beeld van het verhaal en de antwoorden die we krijgen op vragen zijn net zo algemeen als de persberichten zelf .Het is alsof ik voor een raadsel sta waarvan men de oplossing heel goed verstopt heeft. Ik tracht de gebeurtenissen te reconstrueren aan de hand van buitenlandse tv-zenders,die nog correspondenten in Gaza hebben, telefonische interviews met mijn bronnen in de Gazastrook en de zuidelijke steden in Israel en het leger, maar het blijft tweedehands nieuws.
In een poging om de feiten vast te stellen – ten minste van de Israelische kant - reis ik naar de Israelische stad Sderot in het zuiden , zo’n 15 kilometer buiten Gaza .Sderot is al acht jaar het doelwit van uit Gaza afgevuurde Kassamraketten. In mijn boek had ik Sderot als een spookstad beschreven. De duizenden bewoners die financieel noch sociaal in staat zijn om te vluchten, zaten gevangen in uitzichtloosheid en niemand scheen zich hun lot aan te trekken.Zouden ze nu het gevoel hebben dat er iets aan hun situatie wordt gedaan? Ik volg de bekende snelweg 34 die van Ashkelon langs de Gazastrook naar Sderot loopt. De weg, die ik al tientallen keren heb afgelegd, heeft tegelijk iets vertrouwds en dreigends. Ik ben vaker bij een luchtalarm geweest,maar het feit dat er nu 20 tot 50 kassam- en Gradraketten dagelijks in dit gebied neerkomen en je nooit weet waar de bom valt , is onheilspellend. Ik twijfel of ik de ramen van mijn auto zal opendraaien zodat ik het alarm ‘Kleur Rood’ kan horen,dat overal door luidsprekers wordt omgeroepen als de volgende raketaanval komt of mijn radio op kanaal 128 zal zetten waarop ‘Pikoed ha Oref’ (het thuisfront commando) de raketaanvallen meldt. Ik besluit om beide te doen. Op het kruispunt passeer ik een groepje mannen die vlaggen en bumperstickers met de tekst ´I love the army´verkopen. Vijf sjekkels voor een vlaggetje en twee sjekkels voor een sticker. Het is privé handel, vertelt een van de mannen. Het leger staat hier buiten.Dat de zaken uitstekend lopen, blijkt uit de vele auto’s die mij later al vlaggend passeren. Ter hoogte van de militaire luchtbasis Sde Dov vliegen vier F16 gevechtsvliegtuigen van het Israelische leger,als sluike zilvergrijze vissen over mijn hoofd en draaien langzaam naar de kust richting de Gazastrook. Naarmate ik zuidelijker kom, neemt het gewone verkeer af. Ik zie steeds meer ‘soefa’s’,de Israelische legerjeeps en tanktransporten. Na de afslag van de Erez checkpost hangt er ineens een grijze mist en dan zie ik het in de verte: Gazastad staat in lichter laaie. Ineens is het oorlog .De ontploffingen en beschietingen in Gaza zijn door het open autoraampje duidelijk hoorbaar en ik ruik een brandlucht. Onwillekeurig trap ik op het gaspedaal.
Als ik de ijzeren boog met de grote letters ‘Welkom in Sderot’ boven de ingang van de stad
zie, haal ik opgelucht adem; totaal absurd want Sderot is het epicentrum van de kassemraket aanvallen. De stad heeft iets desolaats. Vele burgers zijn inmiddels vertrokken of verblijven tijdelijk bij familieleden in andere delen van het land. Anderen hebben geen keus en wachten op de volgende bom . Er heerst een hopeloosheid onder de mensen die ik spreek. Men gelooft niet meer dat de situatie zal veranderen en denkt dat bestanden tussen Israel en Hamas na verloop van tijd toch weer worden geschonden. Als ik vraag of de jonge generatie nog hoop heeft, formuleert Hila, een 16 jarig meisje, het als volgt:’ik vraag me weleens af hoe het zou zijn als er hier vrede was. Ik was acht toen de eerste raketten uit Gaza op Sderot werden afgevuurd. Sindsdien gebeurt dat wekelijks of dagelijks. Ik wacht bijna heel mijn leven op het geluid van sirenes.’
Op zondag 18 januari gaat Hamas akkoord met een bestand met Israel , althans voor een week. Het lijkt alsof Israel weer adem durft te halen. De muziek op de radio wordt vrolijker, het kritische tv programma ‘London en Kirschenbaum – zoiets als Pauw en Witteman-wordt weer uitgezonden en in een interview tijdens de topvergadering in Sharm-el-Sheik over de situatie in de Gazastrook, zegt de Franse president Sarcozy hoopvol, dat er nu een kans op vrede is. Israel verkeert in een staat van euforie. Ze heeft de oorlog gewonnen, zegt men. Na de flater van de tweede Libanon oorlog heeft Israel bewezen dat ze sterker is en militair superieur. Ik ben verbaasd over de flexibiliteit waarmee de Israëliërs en Palestijnen weer terug veren. In Gaza begraven de Palestijnen hun doden. Ze maken de schade op van de oorlog en formuleren nieuwe subsidie- en projectverzoeken voor de internationale gemeenschap .Er wordt zelfs al gefluisterd dat Saoedi Arabie een miljard dollar zal schenken en ook de Europese landen de beurs zullen opentrekken voor de wederopbouw van Gaza.
In Israel komen de humanitaire programma’s nu in razend tempo op gang . Israelische burgers helpen de burgers van Gaza,vrijwilligers verzamelen dekens, matrassen,babyvoeding, geld. David Grossman verbreekt de stilte en geeft op de voorpagina van de Israelische krant HaÁretz zijn mening over Israël´s militaire acties en vindt dat de dialoog nu weer op gang moet worden gebracht. Israelische mensenrechtenorganisaties zijn weer in het nieuws en vragen om een diepgaand onderzoek naar het beweerde gebruik van witte fosforbommen door het leger tegen burgers. De Israelische legervertegenwoordiger reageert vaag, dat het leger alleen methoden en wapens hanteert die zijn toegestaan onder internationaal recht.Een gerucht dat er in Nederland een aanklacht wegens oorlogsmisdrijf tegen een Israelische commandant zou lopen,zorgt intussen voor de nodige opschudding onder de echelons . Om juridische acties tegen individuele soldaten te voorkomen, verbiedt de militaire censor ons, journalisten, om namen en foto´s van officieren die aan de oorlog deelnamen te publiceren. Gelukkig mogen we nu ineens wel weer de Gazastrook in en ik stort me in de bureaucratische molen om de stapel vereiste formulieren ingevuld en ondertekend te krijgen. In een van de documenten moet mijn Nederlandse redacteur verklaren, dat hij de staat Israel niet aansprakelijk stelt als ik in Gaza gewond raak of om het leven kom. Dat ik niet de enige journalist in Gaza zal zijn, blijkt uit een telefoontje van het leger; er zijn al twee duizend journalisten aanwezig.
Soms leiden de discussies tussen Israeliers onderling over Israel´s positie tijdens de oorlog tot een regelrecht rel. Dat maak ik mee tijdens een bijeenkomst van ´Moed om te weigeren', een organisatie van soldaten en officieren uit gevechtsunits, die weigeren om dienst te doen in de Gazastrook en de Westbank. Als een man van middelbare leeftijd geemotioneerd de microfoon pakt en zucht dat hij zich schaamt om Israelier te zijn, buldert iemand uit het publiek woedend:´Man ,wat doe je dan in Israel. Sodemieter op.´ Andere deelnemers mengen zich in de discussie en weldra vliegen de beledigingen in het rond . Het debat gaat niet meer over Gaza maar of soldaten dienst mogen weigeren.
De oorlog lijkt al haast vergeten.
Twee jaar geleden schreef ik in mijn boek, dat het moeilijk is om je voor te stellen wat het conflict en de bezetting voor het dagelijks leven betekent. Moeilijk?denk ik nu. Ik begrijp er helemaal niets van. Ik heb geprobeerd om het conflict en deze oorlog te analyseren,om de logica achter de acties van beide kanten te doorgronden, om de rauwe gevoelens van haat en vergelding van de mensen in dit gebied van het Midden Oosten te begrijpen, maar Israëliërs en Palestijnen lijken dubbele gezichten te hebben. De wreedheden, de koude onachtzaamheid ,de afwijzing, de inspanningen van de autoriteiten om informatie buiten het nieuws te houden en de absurditeiten van de oorlog zijn voor mij niet te rijmen met die andere
kant; de humaniteit, de rede, het overleg, de gastvrijheid en de menselijkheid. Er was een tijd, nog niet zolang geleden, dat ik dacht dat ik sommige Israëliërs en Palestijnen begon te begrijpen. Ik prijsde me gelukkig dat er voor mij– in tegenstelling tot de bewoners van dit gebied – geen grenzen en muren bestonden en ik vrij aan beide kanten kon reizen en vrienden vond. Nu lijkt het – om in oorlogstermen te spreken – of bij een raketalarm iedereen naar de schuilkelder rent en alleen ik tegen de stroom in een andere richting kies. Mijn geloof in een toekomstige co –existentie omdat de bewoners geen andere keus zouden hebben , is onderuit gehaald. Als ik Israëliërs en Palestijnen vraag hoe ze denken dat hun toekomst er uitziet, hoe de politieke situatie over pakweg een kwart eeuw zal zijn, krijg ik geen antwoorden. Er is de laatste weken veel gebeurd, maar eigenlijk bitter weinig veranderd. De oorlog in Gaza eindigt niet met een overwinning voor Israel noch voor Hamas. Het is slechts een volgende stap op de geweldsladder.
De Amerikaanse journalist Brooks Atkinson zei:´ After each war there is a little less democracy to save´. Partijen zijn er nog meer dan voorheen van overtuigd dat er aan de andere kant niemand is om mee te praten en je een gewelddadige actie alleen kunt oplossen door een nog gewelddadiger tegenactie. En dat is denk ik de enorme tragiek van dit gebied en van de gewone Israëliërs en Palestijnen die er moeten leven ;de stille wetenschap dat het einde van het conflict niet in zicht is.

Weergaven: 92

Opmerking

Je moet lid zijn van Nederlands MediaNetwerk om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van Nederlands MediaNetwerk

Interviews

Nieuwsbrief


Nieuwsbrief


Meld je aan voor de nieuwsbrief! Iedere dinsdag het nieuwste media nieuws, de scherpste communicatie columns en de beste vacatures in jouw inbox

Naam:
Email addres:

 

Bestaande en nieuwe leden krijgen de nieuwsbrief automatisch toegestuurd (opt-out)


Klik hier voor de meest recente nieuwsbrief

 

 

Stuur ons uw persberichten!

Het Nederlands MediaNetwerk ontvangt graag uw - voor media- en communicatie professionals relevante - persberichten! Stuur ze naar

info@nederlandsmedianieuws.nl

Afzenders van persberichten ontvangen automatisch het wekelijkse online magazine Nederlands MediaNieuws

Columns


Badge

Bezig met laden...

© 2024   Gemaakt door Bas Vlugt.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden