Toen ik als niet-Friezin in de lente van 2005 in Friesland kwam wonen, was het Fries niet mijn grootste probleem. Zolang de Friezen Fries spraken, kon ik ze meestal goed volgen. Echter wanneer ze overgingen op het Nederlands, dan kon dat voor taalverwarring zorgen. Wanneer een Fries Nederlands spreekt, en daarbij de Friese betekenis van de woorden hanteert, dan kunnen er Babylonische taferelen ontstaan.
Heel komisch was het toen tijdens mijn verhuizing een Friese bezoekster zei dat ze niet wilde storen omdat ik aan het “himmelje” was. Nog geen week in Friesland en dan dacht iemand dat ik aan het “hemelen” was? Schoonmaken was vermoeiend, maar zag ik er dan gelijk uit als iemand die op het punt stond dood te gaan? Mijn gezicht sprak daar boekdelen, want ik hoefde niet uit te leggen wat ik dacht. Himmelje was het eerste Friese werkwoord dat ik in de praktijk leerde.
Bepaalde woorden en begrippen komen zowel in het Nederlands als het Fries voor, maar de betekenis kan behoorlijk verschillen. Zo spreken Friezen dikwijls over “men” terwijl het overduidelijk (ook) over henzelf gaat. Toen een bepaalde Fries zei: “Men is nogal dom wanneer “men” iedere dag in de file gaat staan”, zorgde dat voor enige commotie, juist omdat die bepaalde Fries elke dag zelf in de file ging staan. En dat terwijl hij had kunnen gaan fietsen. Ik vond hem nogal hypocriet in zijn uitlatingen over filerijders die het milieu zo vervuilden en daarom geen rekening hielden met hun nageslacht. Hij deed het immers zelf ook en dat terwijl hij notabene de fiets kon nemen. Hij was strikt genomen wel een forens te noemen maar de afstand die hij moest overbruggen was klein genoeg om te fietsen. Hij zou er niet langer over doen dan met de auto. Waarom klagen over de file waar “men” in staat wanneer je er helemaal niet in hoeft te staan?
Ook zijn uitspraken over hoe "men" energie verspilde, in vliegtuigen stapte en voedsel "wegsmeet" zorgden voor taalconsternatie. Het Nederlandse "smijten" en het Friese "smite" betekenen niet altijd helemaal hetzelfde. Smijten en (weg)gooien zijn voor een Nederlander dan ook niet hetzelfde. De emotionele lading van beide woorden kan zelfs heel verschillend zijn.
Het duurde enige tijd en een aantal verwarrende discussies, voordat ik begreep dat hij met zijn uitlatingen in de eerste plaats zichzelf bedoelde. Wanneer een Fries “men” zegt, dan bedoelt hij doorgaans zichzelf en (alle) anderen. Wanneer een Nederlander het over "men" heeft, dan heeft ie het meestal over iedereen, behalve over zichzelf.
De Fries kon zich op zijn beurt ook wel eens aangevallen voelen wanneer ik het over "je" had. Nederlanders gebruiken dat woord vaak terwijl ze (tevens) zichzelf bedoelen. Tegelijkertijd kunnen ze uitspraken daarmee veralgemeniseren. Zijn "men" en mijn "je" konden dan ook tot hilarische situaties leiden. Dat was niet altijd even “slim”. Noch op zijn Fries, noch op zijn Nederlands.
Het Friese woord "fersinne" zorgde aanvankelijk ook voor taalverwaring tussen de Fries en mij. Hij liet het klinken als het het Nederlandse woord "verzinnen" en toen dacht ik dat hij bedoelde dat ik iets had verzonnen. Maar ik had helemaal niets verzonnen, ik had me alleen maar vergist. Na enig taalgeharrewar kwamen we er toch uit; het Friese woord “fersinne” staat gelijk aan het Nederlandse woord “vergissen”. We waren het helemaal eens met elkaar, maar mijn nog zeer beperkte kennis van zijn moedertaal en zijn onjuiste gebruik van de mijne, maakte meer dan eens dat we elkaar misbegrepen.
Wanneer we het over taalharrewarren hadden, begrepen we elkaar in elk geval wel. Harrewarren betekent zowel voor de Fries als de Hollander "kibbelen" of "bekvechten". Over dat woord kon dan ook geen misverstand ontstaan. Wat weer wel kon als het om het woord "Hollander" ging. Voor een Fries is dat niet hetzelfde als Nederlander terwijl hij het woord wel voor elke Nederlander kan gebruiken. Toen de Fries mij ooit uit het diepst van zijn hart Hollander noemde, wist ik wat het woord voor hem betekende. Het was de intonatie waarmee het woord werd uitgesproken waardoor ik hem goed verstond.
Na heel veel uitzendingen van Omrop Fryslân, een paar cursussen Frysk via de AFÛK, later met ondersteuning van Edufrysk via
http://www.edufrysk.com/ kijk ik er in elk geval niet vreemd meer van op wanneer mijn buurvrouw tegen haar dochter zegt dat de viervoeter naar “achter” moet omdat buurvrouw niet “over” de hond kan. Had deze situatie zich voorgedaan toen ik pas in Friesland woonde, dan zou ik het toch heel erg vreemd hebben gevonden dat de buurvrouw meende te denken dat ik over de puppy heen wilde springen en dat ik dat dan niet zou kunnen. Nu begreep ik in elk geval wèl dat de buurvrouw voorkomend wilde zijn vanwege mijn allergie voor honden. In het Nederlands kun je ergens niet tegen, in het Fries kun je ergens niet “oer” ofwel over.
© Ineke Wolf
*21 februari Internationale Dag van de Moedertaal
Je moet lid zijn van Nederlands MediaNetwerk om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlands MediaNetwerk