Taal leeft. Daarom ook vinden er zoveel discussies plaats. Discussies over wat modern taalgebruik precies is. Over spellingwijze. Over al of geen verbinding ‘s’ in samengestelde woorden. Over betekenissen van woorden. Vele elkaar snel opvolgende uitgaven van het Groene Boekje zijn daarvan het gevolg geweest. We zitten nu weer met onze neus op de eerste rij van een historische verandering in een betekenis van een woord. Het werkwoord ‘gedogen’. Ik heb het etymologisch woordenboek erop nageslagen. Het boek van J. de Vries† en F. de Tollenaere, uitgegeven bij Het Spectrum. (Oorspronkelijke druk in 1958 AD en in het jaar 2000 kwam de 21-ste druk uit).
Het werkwoord
Gedogen komt van gedôghen. Het woord is voor het eerst gesignaleerd in geschriften uit het jaar 1236 AD. Het betekent lijden, geduldig zijn, toestaan. De oorspronkelijke betekenis is ‘kunnen uithouden’. De toelichting op het woord verwijst ook naar het woord deugen. Dat is een woord dat als eerste in Nederlandstalige geschriften uit het jaar 1285 AD is gevonden. De meest recente betekenis van gedogen is ‘niet optreden tegen iets dat eigenlijk niet mag – zo worden softdrugs gedoogd, al vele regeringen lang. Te zien is dus dat gedogen langzamerhand van een sociaal-culturele een bestuursrechterlijke betekenis heeft gekregen.
In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw raakte dit woord in zwang in de Nederlandse spreektaal. Jonge mensen wilden destijds medezeggenschap, democratisering. Het begon bij studenten, sloeg over naar arbeiders en kreeg zijn catharsis in de bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam. Studenten wilden zeggenschap in wat hen voorgeschoteld zou worden door de hoogleraren die aan de macht waren. Zij wilden af van het betuttelonderwijs. Die bezetting was eigenlijk het laatste zetje dat uiteindelijk leidde tot de ‘gedoogpolitiek’ in de wereld van managers. De betekenis van gedogen zou een begrip gaan worden in het management. De macht was ontzet, in meerdere opzichten. Hoe moest nu leiding gegeven worden aan die kritische en hinderlijk aanwezige inspraak eisende lastposten? Daarover stond nog niets in boeken over management. Het duurde ook even voordat de macht zich had herpakt. Niet in het middle management, maar in het hoger management werd ‘gedoogbeleid’ een begrip waaraan uitvoering werd gegeven via Ondernemingsraden. Modellen werden ontwikkeld om (middel) grote bedrijven voldoende wendbaar te laten zijn en de potentie aan inbreng zo actief mogelijk te betrekken bij het winstpotentieel van de onderneming.
De veranderingen door de jaren heen
De gedoogpolitiek deed daarna zijn intrede. Niet alleen in Nederland, nagenoeg overal in de westerse wereld deden bestuursconstructies hun intrede waarbij de macht- en gezaghebbers een andere verhouding aangingen met de groep mensen over wie macht werd uitgeoefend. Democratisering heette dat. In de praktijk leidde dat tot een praatcultuur waarbij het credo leek te zijn van de zittende moderne ‘regenten’: we leiden ze al pratend uiteindelijk toch naar waar wij ze willen hebben. Let wel: zij waren de moderne machthebbers die begrepen met hun tijd te moeten meegaan, die het afbrokkelend gezag nieuw leven probeerden in te blazen: wat is er mooier dan dat de studenten uiteindelijk door het leveren van hun bijdrage aan de curricula op de universiteiten en hoge scholen, het onderwijsprogramma dat hen werd aangeboden dan toch ook nog zelf hun inhoud zouden gaan geven. Het gedoogbeleid had succes. Zoveel succes zelfs dat het voormalig langharig tuig ongeveer tien jaar later in kostuum met stropdas en zichtbaar gekortwiekt tot geloofwaardig niveau boven de schouders achter de moderne regententafels te vinden was. Het bestuur van ons land, en niet alleen van óns land, was gemoderniseerd. Nooit eerder was onze Nederlandse taal zo levend gebleken. Iedere week deed zich wel een nieuwe term voor in het bestuursjargon. De politiek-bestuurlijke variant van gedogen was bovendien een feit.
De nieuwe betekenis
Op zaterdag 2 oktober 2010 heeft zojuist (om 17.10 uur) een politiek congres van een Nederlandse politieke partij een nieuwe periode ingeluid in het bestaan van het woord gedogen. De nieuwe betekenis aan deze politiek-bestuurlijke variant zal nu mogelijk zijn intrede doen na nog een onderhandelingsronde. Het voorstel is een minderheidskabinet (de macht) te laten gedogen door één van de fracties in de Tweede Kamer. De Nederlandse taal leeft! Leve de Nederlandse taal! Ongeveer 4000 mensen bepalen deze nieuwe betekenis van dit woord. Wat een prachtig vak is het toch de Nederlandse taal. Ben ik benieuwd hoe onze woordenboeken in ons taalgebied het werkwoord gedogen de nieuwe beschrijving gaan meegeven zo dat die de eerdere beschrijvingen niet uitsluit. Dat lijkt mij een bijzondere opgave. Ik adviseer de neerlandicus met die opgave advies te vragen aan de heer mr. H.D. Tjeenk Willink, vice voorzitter van de Raad van State, en voormalig informateur voor het kabinet Rutte. Zijn informatie zal van cruciaal belang zijn, wil de neerlandicus het nieuwe, en nu staatkundige begrip, van dit uit het jaar AD 1236 stammende werkwoord nog puntig en helder kunnen omschrijven.
Je moet lid zijn van Nederlands MediaNetwerk om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlands MediaNetwerk