Nederlands MediaNetwerk

MWG Algemene Mediabeschouwingen: Een spectaculaire aftrap van het mediaseizoen

Door Bas Vlugt. Op Prinsjesdag heeft een demissionaire regering een obligate begroting gepresenteerd. Voor vuurwerk moest je zijn bij de
MWG Algemene Mediabeschouwingen, die de traditionele aftrap betekenen voor het nieuwe mediaseizoen. Parlementsvoorzitter
Frederique de Jong gaf eerst het woord aan de ministers van vorig jaar, die werden geconfronteerd met hun stellingen van september 2009.
Jan Driessen (BVA) vond dat zijn stelling Reclame zal zich dienen te ontwikkelen van eenrichtingsverleiding naar eerlijke dialoog nog ferm overeind staat. Dat kon hij ondermeer staven door de verschuiving van adverteerdersbudgetten richting internet en events. Ook
Mark Woerde (Lemz) vond dat zijn stelling Advertising will Heal the World and your Business nog steeds stond en sterker nog: in 2010 is deze volgens Woerde nog relevanter geworden dan hij vorig jaar al was. Als voorbeeld noemde hij Pampers, dat in samenwerking met Unicef inmiddels 300 miljoen vaccinaties tegen tetanus heeft gerealiseerd. Goed voor de wereld, maar ook goed voor het merk
Pampers. Woerde praatte het WMG parlement nog even bij over de nieuwste ontwikkelingen. Inmiddels is Mark Woerde in samenwerking met
Columbia University in New York een wereldwijd onderzoek begonnen en er komt een boek, dat mogelijk in samenwerking met de
Verenigde Naties wordt gepubliceerd. Eén ding is duidelijk: van ex-minister Mark Woerde horen wij nog…
Julius Minnaar (Universal Media) gaf ruiterlijk toe dat zijn stelling Binnen 1 jaar zullen er 5 mediabureaus zijn omgevallen voor de volle 100 procent niet houdbaar was. In plaats van enige zelfkritiek om deze onbesuisde stelling, roemde Minnaar de veerkracht van de mediabureausector, het economisch herstel en de diversificatie van branche waardoor afhankelijkheid van percentages is afgenomen. En dan het nieuwe kabinet. Dit jaar vier stevige ministers met stevige stellingen. Het leidde – zoals dat hoort – tot een stevige doch constructieve confrontatie met het MWG parlement.
Het spits werd afgebeten door
Arno Otto (RTL), als
Minister van Exploitanten. Zijn stelling:
Internet is geen medium. Otto: ‘Wij moeten als industrie ons eigen bestaan opnieuw gaan uitvinden. Internet heeft alles veranderd. Het is geen medium maar een techniek. Internet is al overal en dat zal met voortgaande digitalisering van alle media alleen maar toenemen. En met overal bedoel ik ook overal, tot aan buitenreclame aan toe.’ Otto signaleert dat we steeds maar blijven denken vanuit klassieke mediatypes, terwijl technologische ontwikkeling al veel verder is. “Iemand luistert naar radio op zijn
iPhone. Wat is dat? Radio, internet, telefonie? En dan de
iPad. Ik was laatst bij ontwikkelaars van
Philips. De helft van het beschouwde de iPad als een grote iPhone, de andere helft als een kleine laptop zonder toetsenbord. En toe zei ik dus: Misschien is het wel een televisie voor op schoot…” Otto pleitte ervoor om vanuit de basis naar media te kijken: “Content is of tekst, of beeld, of video, of data. Verder zijn er strategie en merken. En heel veel nieuwe technologie. We moeten daarin opnieuw onze posities gaan bepalen.” Er was vanuit het parlement veel bijval voor de stelling van Minister Otto. Er was zelfs een parlementslid dat in zijn enthousiasme verklaarde: “Dit is voor de eerste keer dat we iets vernieuwends vernemen van
RTL.”

Ruud Wanck (GroupM) kwam als
Minister van Content & Techniek met een waarschuwing. Zijn stelling:
Technologie is de vijand van het merk. Mediapartijen moeten zich veel meer in technologie verdiepen, was zijn boodschap. “De wereld van media gaat steeds meer naar computers. Computers praten met mensen, computers praten met computers. Computers zijn veel slimmer dan mensen. De rekenkracht is gigantisch. Denk eens aan de rekenkracht van partijen als
Google en
Microsoft. Hoeveel denkwerk wordt er wel niet verricht in een fractie van een seconde bij het uitvoeren van een zoekopdracht.” Wanck vindt dat de Excel sheet heeft afgedaan: “Met nieuwe technieken kunnen mediabureaus echt heel veel doen maar dan moeten ze er wel de juiste mensen voor vrij maken. Als je dat nalaat, zullen mediabureaus niets anders zijn dan inkopers. De essentie is dat je doorgrondt hoe technologie werkt. Een Excel sheet die naar views en clicks toewerkt, is niet voldoende. We moeten oppassen dat niet andere branches – bijvoorbeeld de ICT – in dit gat springen dat door nieuwe technologie wordt gecreëerd.”
Ook van
Marc Stubbé (PitchBlink) kwam als
Minister van Bureaus met dreigende taal. Zijn stelling:
Het huidige business model van mediabureaus in Nederland is eindig. Hij stipte eerst een paar ontwikkelingen aan. "We hebben te maken met Nederlandse en internationale bureaus. De internationale hebben meer massa. En dus ook meer kassa. Tussenpersonen hebben het zwaar. Ze liggen niet lekker bij de consument. Dat komt omdat ze doorgaans schimmige businessmodellen hebben. En bedrijven met schimmige businessmodellen gaan de komende 10 jaar niet overleven." "In 2002 is
Google begonnen met advertising. Google doet in Nederland naar schatting 400 miljoen euro per jaar met 60 man - sommige mensen zeggen dat het 750 miljoen is. En dan affiliate, hoe groot is dat? Een gigantisch en groeiend deel van advertising gaat buiten mediabureaus om. De vraag is dan ook: Hoeveel voegt het mediabureau nu eigenlijk toe. De markt zegt: Ze kopen alleen maar in op prijs." "Als mediabureaus zichzelf organiseren rondom massa en prijzen, wat is dan het einde? Een elektronische marktplaats? Als het toch alleen maar om prijs gaat, waarom zitten wij daar als mediabureau dan nog tussen?" Stubbé eindigde met een verrassend advies aan de bureauwereld: "Mediabureaus moeten in content gaan. Dat zie je internationaal ook. Het mediabureau wordt concurrent van productiehuizen. Zo zie je het andersom ook. Media-exploitanten als
Telegraaf tuigen afdelingen voor mediastrategie op."
Het laatste woord was aan
Bert Kamp (Rabobank) als
Minister van Adverteerders - en wat voor woord! Hij beloofde het beleid van zijn voorganger
Jan Driessen voort te zetten maar waar Jan Driessen vooral naar adverteerders zelf kijk, richtte
Bert Kamp zijn blik - en pijlen - op de bureaus. Zijn stelling:
De adverteerder is de enige dirigent.
Kamp had voor iedereen wat. Eerst de reclamebureaus: "Ontwikkelingen gaan heel snel. De markt ontwikkelt en fragmenteert - er gebeurt heel veel. Een fenomeen dat de reclamebureaus niet hebben opgepakt is social media. En er moet veel meer snelheid komen. Doorlooptijden van een half jaar zijn gewoon te lang. Bij
Rabobank tuigen wij een
house of performance op: Alle betrokken partijen worden in één keer gebriefd. Reclamebureaus vinden zichzelf strategische partners maar ze gedragen zich er niet naar. Je moet dan wel als bureau je verantwoordelijkheden nemen en doordringen tot de essentie van een merk. De toekomst kan het anders gewoon niet aan." Daarna de mediabureaus: "Na de planning en inkoop houdt het snel op. Strategie en toegevoegde waarde zijn ver te zoeken. Communicatiestrategie is al helemaal buiten beeld. Neem de AMMA’s: Die worden slechts voor 20 procent gewonnen door mediabureaus en veel meer door exploitanten. Exploitanten blazen graag steeds meer een toontje mee. Veel ontwikkelingen vinden bij exploitanten plaats, ze zijn alert en houden elkaar scherp- dat wordt door adverteerders gewaardeerd. "Wij dagen partners in business uit om beter te performen en niet te blijven steken zoals het vroeger was. Niet alleen maar een paar trommels en trompetten. Niet: Ik doe een commercial om dat we dat nu eenmaal doen. Het gaat erom wat is de essentie is van een merk, waar staat een adverteerder voor." En ook over prijs had
Bert Kamp een duidelijk standpunt: "Het is een frace dat adverteerders niet willen betalen. Mediabureaus maken zichzelf gek met focus op prijs. Ze doen dat zelf. Als je een goed verhaal hebt, dan wordt er door adverteerders voor betaald. Wat maakt 10.000 euro in advies-uren uit op een budget van een paar miljoen?" Daar kwam vanuit het parlement reactie op.
Jacqueline Smit (Microsoft) vond dat er teveel op mediabureaus wordt ingehakt. Ze hebben volgens haar wel degelijk een grote toegevoegde waarde voor adverteerders en worden te snel buiten spel gezet: "Bij adverteerders zitten veel marketing managers veel te kort op een merk – vaak maar 2 jaar – om echt met dat merk strategisch de diepte in te gaan. Als je als adverteerder teveel zelf doet, keer je teveel in jezelf. Adverteerders moeten mediabureaus helpen om te excelleren." Ze voegde daaraan toe dat ze het wel eens is met
Ruud Wanck dat mediabureaus veel meer kennis uit data kunnen halen.
www.twitter.com/basvlugt

Weergaven: 131

Opmerking

Je moet lid zijn van Nederlands MediaNetwerk om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van Nederlands MediaNetwerk

Interviews

Nieuwsbrief


Nieuwsbrief


Meld je aan voor de nieuwsbrief! Iedere dinsdag het nieuwste media nieuws, de scherpste communicatie columns en de beste vacatures in jouw inbox

Naam:
Email addres:

 

Bestaande en nieuwe leden krijgen de nieuwsbrief automatisch toegestuurd (opt-out)


Klik hier voor de meest recente nieuwsbrief

 

 

Stuur ons uw persberichten!

Het Nederlands MediaNetwerk ontvangt graag uw - voor media- en communicatie professionals relevante - persberichten! Stuur ze naar

info@nederlandsmedianieuws.nl

Afzenders van persberichten ontvangen automatisch het wekelijkse online magazine Nederlands MediaNieuws

Columns


Badge

Bezig met laden...

© 2024   Gemaakt door Bas Vlugt.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden