De teksten van Cas Heuvelmans - Nederlands MediaNetwerk2024-03-30T06:57:59ZCas Heuvelmanshttp://medianetwerk.ning.com/profile/CasHeuvelmanshttp://storage.ning.com/topology/rest/1.0/file/get/358875729?profile=RESIZE_48X48&width=48&height=48&crop=1%3A1http://medianetwerk.ning.com/profiles/blog/feed?user=296m0brs3ykst&xn_auth=noEven wat zand uit mijn vagina spoelentag:medianetwerk.ning.com,2016-08-19:2159784:BlogPost:2069792016-08-19T09:03:32.000ZCas Heuvelmanshttp://medianetwerk.ning.com/profile/CasHeuvelmans
<p>De meeste mensen bedenken rond 31 december hun goede voornemens. Ik had tijdens de zomervakantie het goede voornemen ontwikkeld om me bij terugkomst wat minder terughoudend op te stellen op de sociale media. Wie mij kent, weet: ik ben niet te beroerd m’n mening te geven. En door de jaren heen heb ik zelfs geleerd soms te erkennen dat die er wel eens naast zit. Maar online denk ik vaak: wie zit er op m’n mening te wachten? Laat ik teveel meewegen wat (potentiële) opdrachtgevers zouden denken.…</p>
<p>De meeste mensen bedenken rond 31 december hun goede voornemens. Ik had tijdens de zomervakantie het goede voornemen ontwikkeld om me bij terugkomst wat minder terughoudend op te stellen op de sociale media. Wie mij kent, weet: ik ben niet te beroerd m’n mening te geven. En door de jaren heen heb ik zelfs geleerd soms te erkennen dat die er wel eens naast zit. Maar online denk ik vaak: wie zit er op m’n mening te wachten? Laat ik teveel meewegen wat (potentiële) opdrachtgevers zouden denken. Of zie ik mijn idee al verwoord in reacties. En kom ik niet verder dan een laffe like.</p>
<p>Maar met goede moed, opgedaan tijdens een fantastische vakantie, begaf ik me op het sociale web. Om er al snel weer gedesillusioneerd vanaf te springen. Waarom? Getriggerd door m’n eigen recente ervaringen met de luchtvaartsector, reageerde ik op een post op de populaire Facebook-pagina De Beste Social Media. Die post ging over de ‘flawless’ social reactie van KLM op een klacht via Facebook.</p>
<p>KLM wordt al tijden geroemd om hun aanpak van klantenservice op social. En zeker, andere airlines kunnen er nog wat van leren. Maar bij mij knaagt er iets. Als je de originele post leest, is er nog wel wat af te dingen op de service-aanpak van KLM, hoe geinig de uiteindelijke reactie ook is. Voor mij legt de initiële klacht precies bloot wat er nog niet perfect is aan de aanpak: reageren is goed, leuk reageren is beter, oplossen voordat er geklaagd wordt is volgens mij nog altijd best.</p>
<p>Woorden van gelijke strekking uitte ik in een reactie onder de post. Netjes gesandwicht, dus met aandacht voor het feit dat ik de reactie van KLM grappig vond. Maar van ‘De Beste Social Media’ verwacht ik meer. Echter, blijkbaar heeft zelfs de KLM een diehard fanbase die ‘hun’ merk denkt te moeten verdedigen. Dus ontspon zich al snel een inhoudelijke discussie, gevoerd met sterke argumenten, rede en fatsoen...</p>
<p>Nee, geintje natuurlijk: de eerste reactie was een meme, die duidelijk maakte dat ik een negatief mens ben. Verder was ik zuur, kreeg ik van een echte <i>keyboard crusader</i> nog een – weer snel verwijderde – reactie dat ik een ‘verschrikkelijke zeikerd’ was, en mocht ik van een student aan de Chr. Hogeschool Windesheim het ‘zand uit mijn vagina spoelen’. Dank voor de tip!</p>
<p>Het doet me gelukkig nog steeds wat. Het lijkt erop dat elkaar de maat nemen de nieuwe norm is. Zeker onder het motto ‘moet kunnen’, ‘geintje’ of ‘ik bedoel het natuurlijk niet zo’. Of het is gewoon de aloude schoolpleinstrijd: kijk wie er het stoerste is. Hoe het ook zij; ik heb er geen zin in. Ik vind dat je altijd je mening moet kunnen geven. Ook al is die kritisch. Altijd en overal. Zonder direct virtueel op je bek geslagen te worden. Ben je het niet met me eens? Prima! Kom met argumenten of negeer m’n commentaar. Online verruwing zorgt ervoor dat niet iedereen zich veilig meer voelt om z’n mening te geven. En dat druist exact in tegen alles waar de openheid van internet en social media voor bedoeld is. Als we dat sentiment weten te keren, zou dát pas De Beste Social Media zijn.</p>Friendly Fire: Jon Stewart neemt Nancy Pelosi onder vuurtag:medianetwerk.ning.com,2014-02-06:2159784:BlogPost:1848992014-02-06T11:44:13.000ZCas Heuvelmanshttp://medianetwerk.ning.com/profile/CasHeuvelmans
<p>Onlangs was Nancy Pelosi te gast bij de Daily Show met Jon Stewart, de late-night talkshow die in Nederland op Comedy Central te zien is. Pelosi is de <em>House Minority Leader</em>, de ‘fractievoorzitter’ van de Democraten in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Aangezien Stewart bekend staat als redelijk op de hand van de Democraten, beloofde dit gesprek vooraf weinig vuurwerk. Zo moet ook Pelosi het gesprek ingegaan zijn. Vol goede moed begon ze aan het vraaggesprek, maar die moed…</p>
<p>Onlangs was Nancy Pelosi te gast bij de Daily Show met Jon Stewart, de late-night talkshow die in Nederland op Comedy Central te zien is. Pelosi is de <em>House Minority Leader</em>, de ‘fractievoorzitter’ van de Democraten in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Aangezien Stewart bekend staat als redelijk op de hand van de Democraten, beloofde dit gesprek vooraf weinig vuurwerk. Zo moet ook Pelosi het gesprek ingegaan zijn. Vol goede moed begon ze aan het vraaggesprek, maar die moed zonk haar snel in de schoenen. Stewart legde haar namelijk het vuur aan de schenen over de problemen die de voortgang van het Amerikaanse beleid verlammen. Niet eens zozeer over het beleid zelf. En daar was ze duidelijk — ondanks alle ervaring — niet op voorbereid. Wat hier naar mijn idee gebeurde was met name onderschatting van de tegenstander. Stewart is intellectueel minimaal de gelijke van Pelosi en ondanks alle charme en vrolijkheid een vastberaden en slimme interviewer. Daarnaast was ze verrast dat ze op ‘friendly fire’ stuitte. De <em>liberal</em> Stewart zou een zo vooraanstaande Democraat toch nooit hard aanpakken? Verder bleek Stewart zijn feitenkennis en achtergrondinformatie zeer goed op orde te hebben. Iets waar Pelosi op vastliep.</p>
<p>Voor zowel communicatieprofessionals als politici is er in dit interview een hoop te zien en te leren. Let bijvoorbeeld eens op de lichaamstaal van beiden. Pelosi begint open en vol enthousiasme aan het gesprek, maar draait al snel in een soort vluchthouding. Ze vecht zich terug, maar blijft gaandeweg het gesprek steun zoeken bij het publiek. Stewart op zijn beurt wisselt druk en ontspanning af en bereikt zo dat Pelosi blijft zitten, ook als het gesprek na de uitzending online verder gaat, ondanks dat het een pijnlijk interview voor haar is. Daarnaast is de belangrijkste les: onderschat de interviewer nooit. Wees op alles voorbereid, doe je huiswerk, heb je feitenkennis op orde en zorg dat je meer tekst hebt dan de zinnetjes die je in de comfort zone altijd wel weet op te dreunen.</p>
<p>Veel kijkplezier: <a href="http://j.mp/N7rsKw" target="_blank">http://j.mp/N7rsKw</a></p>AutoSalon Rotterdam – Alternatieve RAI of Rotterdams onderonsje?tag:medianetwerk.ning.com,2013-12-02:2159784:BlogPost:1835872013-12-02T12:14:22.000ZCas Heuvelmanshttp://medianetwerk.ning.com/profile/CasHeuvelmans
<p>De eerste editie van de AutoSalon in Ahoy Rotterdam trok bij de presentatie van het event een behoorlijk grote broek aan. Zo lezen we op de site: ‘Tijdens de eerste editie van dit spectaculaire evenement worden merken als Audi, Citroën, Ferrari, Ford, Honda, Jaguar, Lamborghini, Lexus, Mazda, Maserati, Nissan, Opel, Seat, Skoda, Tesla, Volkswagen en nog veel meer tentoongesteld. Ronkende motoren, glimmende bolides, luxe lifestyle-presentaties en verschillende themapleinen. Op de AutoSalon…</p>
<p>De eerste editie van de AutoSalon in Ahoy Rotterdam trok bij de presentatie van het event een behoorlijk grote broek aan. Zo lezen we op de site: ‘Tijdens de eerste editie van dit spectaculaire evenement worden merken als Audi, Citroën, Ferrari, Ford, Honda, Jaguar, Lamborghini, Lexus, Mazda, Maserati, Nissan, Opel, Seat, Skoda, Tesla, Volkswagen en nog veel meer tentoongesteld. Ronkende motoren, glimmende bolides, luxe lifestyle-presentaties en verschillende themapleinen. Op de AutoSalon beleeft u het allemaal!’ En: ‘Alle primeurs onder 1 dak.’ Dat belooft wat. Dus togen we naar Rotterdam om dit alternatief voor de Amsterdamse RAI eens te bekijken. </p>
<p>Het was vrijdagochtend, een uur nadat Ahoy zijn deuren had geopend en een uur voor de officiële opening. Parkeren was nog geen probleem; van een stormloop geen sprake. Gelukkig maar, want het tapijt lag nog niet overal vast. En er werd her en der nog gebouwd aan stands. Opmerkelijk genoeg moesten we voor het officiële gedeelte nog even rondhangen; we waren toen de beurs al twee keer rond geweest. Want waar de site belooft dat een flinke reeks merken zich presenteerde, waren er dat slechts enkele, samengepakt in één hal. De merken die groot hadden uitgepakt, werden in de meeste gevallen vertegenwoordigd door Rotterdamse dealers. Slechts een viertal importeurs gaven <i>acte de présence</i>. Zij werden aangevuld met een aantal kleinere dienstverleners en verkopers: van zwaailichten tot – een nieuw dieptepunt in de autoshowhistorie – koekenpannen. Maar goed: even terug naar de auto’s. De nieuwe modellen stonden er keurig bij. Niet zo mooi als dat ze in de showroom staan - daar is meer ruimte voor merkbeleving - maar in elk geval keurig.</p>
<p>Hetzelfde kon helaas niet gezegd worden van de klassiekers die in de tweede hal tentoongesteld werden. In een te krappe ruimte werd op het Octane-plein geprobeerd een dwarsdoorsnede van de automobiele historie te proppen. Less is more, mensen. Wat meer ruimte doet veel meer recht aan de vormen van welke klassieker dan ook. Zeker als ze daar zonder samenhang lijken te zijn neergezet. Dat klinkt vervelend, maar als ik geld moet betalen voor een bezoek aan een showroom, verwacht ik kwaliteit. Bijvoorbeeld dat de getoonde auto’s toch minimaal schoon zijn en niet nog onder het stof zitten van de opslag. Niet lullen, maar poetsen... Rondom de auto’s op het plein was een kunstpaviljoen gebouwd met soms een auto-gerelateerd schilderij, maar verder toch gewoon een divers aanbod aan kunst. Ertussen weer een velgenleverancier met beursbabes, zodat het geheel ook hier helaas onsamenhangend bleef.</p>
<p>Veel, heel veel aandacht was er voor de introductie van de Robster, een vervoersconcept van horeca-ondernemer Robert Cramwinckel, bekend van de Beren-formule. Met gigantische banners, sponsoring van de officiële opening en een prachtige stand, drukte dit nieuwe merk een zware stempel op het geheel. En leek het bijna een Robster-feestje te worden waar ook automerken aan mochten deelnemen. Wat het Robster-concept wordt, blijft een mysterie tot januari. De Rotterdamse in-crowd kon in elk geval niet wachten. Onder de klanken van Lee Towers werd het feestje vast aangezwengeld. Hopelijk houden ze het op gang tot januari.</p>
<p>Liefdeloos, zo laat het evenement zich nog het best omschrijven. Want valse verwachtingen wekken is respectloos naar de bezoeker. Auto’s presenteren zoals er daar op sommige plekken werd gedaan, getuigt van weinig liefde voor het product. Maar ook standhouders hebben reden zich achter de oren te krabben. Het factsheet op de site heeft het over: ‘Een aantal gecontracteerde partijen zijn o.a. Aston Martin, Audi, Citroën, Peugeot, Ford, Honda, Jaguar, Opel, Mazda, McLaren, Morgan, Corvette, Porsche, Bentley, Ford USA, RAM, Mitsubishi, Ferrari, Maserati, Harley Davidson, Cadillac, Chevrolet, Mercedes, Lamborghini, Seat, Skoda, Toyota, Tesla, Volvo, Subaru, Rolls Royce, en Volkswagen en diverse bedrijfswagens. Met nog een aantal merken zijn wij nog in onderhandeling.’ Dat zijn dan heel slechte contracten geweest, want het merendeel stond er niet als merk. Eén tweedehands Aston tonen, maakt niet Aston-Martin tot een van de deelnemers. Is het ‘wishful thinking’? Is de wens om een alternatief neer te zetten voor de AutoRAI de vader van de gedachte geweest? Wij voelden ons in elk geval bekocht. Nu maar hopen dat de 30.000-40.000 beloofde bezoekers zijn geweest. Tenminste, dat is te hopen voor de standhouders. En voor die bezoekers? Hopelijk hebben ze genoten van de pareltjes die te vinden waren naast de tweedehands Seat Altea’s en VW Up’s met beursaanbieding.</p>
<p>Nederland verdient een autoshow. En alle lof voor de initiatiefnemers van de AutoSalon voor hun poging. Maar dit was echt onvoldoende. Ons advies: wees eerlijk. Vooral tegen jezelf. Ook dat is echt Rotterdams.</p>
<p>P.S. Op onze Facebook-pagina is ook een kleine foto-impressie te vinden:<a href="http://%20www.facebook.com/AutomotivePrNederland" target="_blank">www.facebook.com/AutomotivePrNederland</a></p>Waarom autofabrikanten niet in computerbladen adverteren? (blog in Engels)tag:medianetwerk.ning.com,2013-03-25:2159784:BlogPost:1744282013-03-25T20:32:14.000ZCas Heuvelmanshttp://medianetwerk.ning.com/profile/CasHeuvelmans
<p>Some days ago an editor-in-chief of a computer magazine asked me why car brands wouldn’t advertise in his magazine. After all, the magazine’s target group is formed by men, relatively well-off, with a stronger than average interest in all things technical. That sounds like the ideal fit for any car brand. And cars are becoming more and more computerised: with in-car entertainment systems, social media integration, and apps-like dashboard functionality. Still, in spite of all these…</p>
<p>Some days ago an editor-in-chief of a computer magazine asked me why car brands wouldn’t advertise in his magazine. After all, the magazine’s target group is formed by men, relatively well-off, with a stronger than average interest in all things technical. That sounds like the ideal fit for any car brand. And cars are becoming more and more computerised: with in-car entertainment systems, social media integration, and apps-like dashboard functionality. Still, in spite of all these developments, they hadn’t succeeded in landing a car brand as an advertiser.</p>
<p>The answer to the question isn’t that easy. Of course car marketeers - generally speaking – aren’t exactly leading in cross-over approaches when it comes to media buying. Most tend to stick to what they know: car magazines and dailies for their more general brands and/or models, women’s magazines for their smaller, women’s models, general lifestyle media for their niche brands or models, be it sporty or luxurious etc. With the exception of the aspiring types that want their cars advertised next to world-leading brands, hoping that some of their appeal will rub off on theirs. Then it is up to the media to judge whether they want to see these cars featured next to ads and articles on YSL, Porsche, Crystal or Audemars-Piquet. And if they’re smart, they don’t.</p>
<p>The computer industry doesn’t really have such iconic brands, apart perhaps from Apple. Google and Microsoft are without a doubt, strong brands in the industry, but as they are mainly software companies, they are less appealing for car companies, which are in essence hardware companies. All this makes it hard for car brands to associate themselves with strong – or preferably even stronger - brands featured in a computer magazine.</p>
<p>So how can a computer magazine make itself attractive to prospective advertisers from the car industry? One idea is to simply start writing about cars. That will get them noticed by car marketeers. After all, they are thus adding relevance for the group of consumers interested in cars. However, that is walking a fine line. After all, people reading computer magazines, however male, well-off or electronics-minded they may be, first and foremost want to read about computer technology in their favorite computer mag. Just like the fashionista reads Vogue for its fashion articles and wouldn’t be too pleased if she were suddenly confronted with the latest Intel computer processor technology out of a fashion context.</p>
<p>But even computer magazines can be a platform for car companies’ messages, as could fashion magazines. It all comes down to relevance. Computer journalists and car marketeers need to step out of their comfort zones to find those areas where the interests of the car buyers and computer lovers meet. The messages found there are much too complex for something as ‘simple’ as advertising. This is the domain of content: branded content to be exact. In this relatively new disipline of communication, marketing messages get carefully interwoven with journalistic content. This requires true co-operation between editors and marketeers to discover compelling messages and storylines, interesting backgrounds and the visionary outlook that consumers are looking for. Written in a way that suits the editor, the magazine and – most importantly – suits the readers, with factual information, neutrality, relevance, and a personal angle. Happy crossing!</p>Onderweg naar de ‘social business’: social media in automotivetag:medianetwerk.ning.com,2012-11-20:2159784:BlogPost:1648782012-11-20T16:27:52.000ZCas Heuvelmanshttp://medianetwerk.ning.com/profile/CasHeuvelmans
<p>Onlangs was ik bij een bijeenkomst van de Social Media Club Utrecht over Social Media in Automotive. Als twee interessegebieden en werkvelden samenkomen, dan moet je daar bij zijn, nietwaar? Het programma beloofde veel interessants: sprekers van de IVA (dé opleiding voor de autosector en tevens gastheer van de avond), de ANWB en Renault. Een paar conclusies.</p>
<p>De avond was vrij toegankelijk voor studenten van de IVA: van de 950 studenten die de opleiding heeft, waren er zo’n 10,…</p>
<p>Onlangs was ik bij een bijeenkomst van de Social Media Club Utrecht over Social Media in Automotive. Als twee interessegebieden en werkvelden samenkomen, dan moet je daar bij zijn, nietwaar? Het programma beloofde veel interessants: sprekers van de IVA (dé opleiding voor de autosector en tevens gastheer van de avond), de ANWB en Renault. Een paar conclusies.</p>
<p>De avond was vrij toegankelijk voor studenten van de IVA: van de 950 studenten die de opleiding heeft, waren er zo’n 10, misschien 15. Dat doet vermoeden dat het met de interesse voor het onderwerp en het besef dat internet en sociale media als communicatiemiddel met de klant steeds belangrijker worden, nog niet helemaal gebakken zit. Terwijl een sector waarin het zo slecht gaat, juist op alle manieren nieuwe technieken zou moeten omarmen waarmee de klant beter en sneller bediend kan worden, tegen relatief geringe kosten.</p>
<p>De presentatie van de IVA zelf, over hun gebruik van sociale media, liet van de drie nog het meest het beeld achter dat er strategische keuzes werden gemaakt. Maar – kniesoor die daar op let – eigenlijk hoort een overzicht van de eigen toepassing van social media door IVA thuis in een sessie over ‘social media in het onderwijs’. Ik had graag gehoord hoe IVA zijn studenten klaarstoomt voor de sociale wereld buiten de showroom. Vooralsnog blijft het beeld hangen dat de inzet van social media vooral intern gericht is; op het binden en verbinden van (ex-)studenten. Dat, op zijn beurt is dan wel weer een heel duidelijk strategisch doel.</p>
<p>De ANWB had een kostbaar programma opgezet met als doel te onderzoeken hoe ‘het ANWB-lid’ staat tegenover elektrisch rijden. Door met van importeurs geleende en aangekochte (!) auto’s een zeer uitgebreid landelijk proefritprogramma op te zetten. Berijders deden vervolgens verslag via een speciaal ontwikkelde app waarmee ze filmpjes maakten en o.a. twitterden over hun ervaringen. De cijfers logen er niet om: deels waren ze nog diep geheim, dus ik zal ze hier niet delen. Conclusie: er was heel veel gepraat over het onderwerp, zowel virtueel, maar toch vooral ook offline: bij het koffieapparaat op kantoor, op verjaardagen, bij de laadpaal…</p>
<p>Maar wat was nu het antwoord op de kernvraag; hoe denkt ‘het ANWB-lid’ over elektrisch rijden? ‘Wat we al dachten; ze zijn positief over de auto’s, hoe stil ze zijn en zo, maar nog niet over de infrastructuur.’ Van een dergelijk kostbaar experiment (kosten: 100.000 euro) had ik persoonlijk verwacht dat het ook zou (moeten) bijdragen aan het beleid van de ANWB en/of de positie van de organisatie ten opzichte van de economisch-maatschappelijke ontwikkeling van het elektrisch rijden. Dat bleek bij navraag niet het geval. Terwijl alle verzamelde data, video en meningen juist zou kunnen helpen een gewogen beeld neer te zetten van de voor- en nadelen van elektrisch rijden. Iets wat past bij een consumentenorganisatie. Nu lijkt het doel toch vooral ‘een gigantische 'olievlek' op de social media over het nieuwe fenomeen elektrisch rijden’ te creëren.</p>
<p>Renault gaf inzicht in de social media-strategie bij monde van Birgit Zuurveld van social mediabureau Dorst & Lesser. Ook hier veel cijfers: aantallen Facebook-vrienden, Twitter-conversaties etc. Er was druk gecommuniceerd met geïnteresseerden in het merk Renault. Zo’n 1.150 tweets is niet heel veel op bijna 3.000 volgers, maar wellicht worden eerste online contacten offline voortgezet. Hoe het ook zij, nu was voor Renault de tijd gekomen om na te gaan denken hoe het zich als bedrijf sociaal kon gaan gedragen: een <i>social business</i> worden. Het leek er op dat Renault zoals zoveel bedrijven onder het motto: ‘we moeten erbij zijn’ de eerste marketingstappen had gezet in de sociale wereld en zich nu afvroeg hoe verder. Begrijpelijk, want het is voor veel bedrijven nog steeds moeilijk om te zien waar de meerwaarde van social media voor de onderneming zit. En, zeker in de begintijd van sociale media, was het veel gehoorde credo: “gewoon beginnen en zien wat er gebeurt”.</p>
<p>Naar mijn idee zou de gedachtengang andersom moeten zijn: hoe richt ik het bedrijf in zodat het socialer wordt, rekening houdend met alle mogelijkheden die de consument heeft om in contact te komen, maar zonder die mogelijkheden leidend te laten zijn. Het gaat er om dat (potentiële) klanten snel, doeltreffend en persoonlijk worden bediend. Daarnaast zijn er allerlei technieken ontstaan om dat mogelijk te maken. Wat oorzaak en wat gevolg is, is een kip-ei discussie en niet relevant: het is gewoon de richting waarin de consument en dus de markt zich ontwikkelt.</p>
<p>Nog te vaak worden er toepassingen bedacht voor de technische mogelijkheden. Zoals mijn tafelgenote het samenvatte: “het gaat er bij social media nog steeds zo vaak over dat het leuk moet zijn.” En social media mag leuk zijn, zolang dat het vooraf gestelde doel was: “we willen mensen een leuke social media-ervaring bieden.” In alle andere gevallen zijn social media gereedschappen; middelen die passen in een communicatiestrategie, die op haar beurt wordt ingezet voor een – hopelijk sociale – bedrijfsstrategie.</p>Automarketing en het web (Engelstalig)tag:medianetwerk.ning.com,2012-02-26:2159784:BlogPost:1528952012-02-26T16:44:46.000ZCas Heuvelmanshttp://medianetwerk.ning.com/profile/CasHeuvelmans
<p><a href="http://www.automotivepr.com/blog_details.php?Swagger-Marketing-430">http://www.automotivepr.com/blog_details.php?Swagger-Marketing-430</a></p>
<p><a href="http://www.automotivepr.com/blog_details.php?Swagger-Marketing-430">http://www.automotivepr.com/blog_details.php?Swagger-Marketing-430</a></p>